-
1 sembler
sembler [sãblee]1 schijnen ⇒ lijken, de indruk wekkenII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 (toe)schijnen ⇒ voorkomen, lijken♦voorbeelden:1 sembler bon • goeddunken, prettig vindenil travaille si (comme, quand) bon lui semble • hij werkt als hem dat uitkomtce me semble, me semble-t-il, à ce qu'il me semble • naar het mij toeschijnt, volgens mijil me (te, nous, vous, lui, leur) semble que 〈+ aantonende wijs〉 • ik (enz.) denk, heb de indruk dat, het lijkt mij (enz.) datv(toe)schijnen, lijken -
2 ce me semble, me semble-t-il, à ce qu'il me semble
ce me semble, me semble-t-il, à ce qu'il me semblenaar het mij toeschijnt, volgens mijDictionnaire français-néerlandais > ce me semble, me semble-t-il, à ce qu'il me semble
-
3 avis
avis [aavie]〈m.〉1 mening ⇒ oordeel, opvatting2 bericht ⇒ bekendmaking, waarschuwing♦voorbeelden:être d'avis que 〈+ aanvoegende wijs〉 • denken dat het nuttig, 't beste is dat, omje partage votre avis, je suis de votre avis • ik deel uw meningà mon avis • mijns inziens, volgens mijde l'avis de tous • naar ieders meningavis de recherche • opsporings-, politieberichtle présent avis tient lieu de faire-part • enige en algemene kennisgevingavis au public • openbare bekendmakingpour avis • ter kennisnemingsauf avis contraire • behoudens tegenberichtsur l'avis de qn. • op iemands adviesm1) mening2) bericht3) advies -
4 oeil
oeil1 [uj],yeux [jeu]〈m.〉3 oog ⇒ waakzame blik, aandacht4 oog ⇒ gevoelen, oordeel, mening♦voorbeelden:oeil de verre • kunstoogaux yeux bleus • met blauwe ogenregarder qn. entre les deux yeux • iemand scherp aankijkenfaire les yeux doux à qn. • iemand lief, verliefd aankijkenfaire qc. les yeux fermés • iets blindelings, met gesloten ogen doenles yeux grand(s) ouverts • met wijd opengesperde ogenil a les yeux plus grands que le ventre • zijn ogen zijn groter dan zijn maagfaire les gros yeux à qn. • iemand bestraffend aankijkenà l'oeil nu • met het blote oogoeil poché • blauw oogil a les yeux pochés • hij heeft wallen onder zijn ogen〈 informeel〉 tu n'as donc pas les yeux en face des trous? • heb je geen ogen in je hoofd?baisser les yeux • de ogen neerslaanne pas en croire ses yeux • zijn ogen niet (kunnen) gelovenne dormir que d'un oeil • licht slapense faire les yeux • z'n ogen opmakenne pas fermer l'oeil • geen oog dichtdoenavoir les yeux perdus dans le vague • doelloos voor zich uit starenpocher un oeil à qn. • iemand een blauw oog slaantaper dans l'oeil de qn. • het helemaal maken bij iemands'user, se casser les yeux (à lire) • zijn ogen (met lezen) bederven〈 spreekwoord〉 loin des yeux, loin du coeur • uit het oog, uit het hartde ses (propres) yeux • met eigen ogenpour les beaux yeux de qn. • om iemands mooie ogen〈 spreekwoord〉 oeil pour oeil, dent pour dent • oog om oog, tand om tandcouver des yeux • met de ogen verslinden, tedere blikken werpen opdébrider les yeux de qn. • iemand de ogen openenfermer les yeux sur qc. • de ogen voor iets sluitenfixer les yeux sur qn., qc. • de blik op iemand, iets vestigenjeter les yeux sur qc., qn. • zijn blik op iets, iemand richtenlever les yeux sur • het oog laten vallen op, begerenouvrez bien vos yeux! • houdt uw ogen goed open!ne pas quitter des yeux qn., qc. • de ogen niet van iemand, iets kunnen afwendensauter aux yeux • in het oog springensuivre qn. des yeux • iemand nakijkenses yeux tombèrent sur la lettre • zijn blik viel op de brief〈 spreekwoord〉 ce que les yeux ne voient pas ne fait pas mal au coeur • wat niet weet, wat niet deertmettre sous les yeux de qn. • iemand tonenavoir qc. sous les yeux • iets voor zich hebben (liggen)avoir l'oeil à tout • op alles lettenn'avoir pas les yeux dans sa poche • zijn ogen niet in z'n zak hebben (zitten)n'avoir d'yeux que pour • alleen oog hebben voorça crève les yeux • dat is zo klaar als een klontjeêtre tout yeux, tout oreilles • een en al oor en oog zijnfrapper l'oeil • meteen in het oog vallenouvrir l'oeil (et le bon) • zijn ogen goed open houdentenir qn. à l'oeil • iemand in 't oog houden4 regarder qn. d'un bon, d'un mauvais oeil • iemand gunstig, niet gunstig gezind zijnvoir qc. d'un bon, d'un mauvais oeil • iets gaarne, met lede ogen ziend'un oeil critique • kritischregarder qn. d'un oeil noir • iemand vuil aankijkenà mes yeux • in mijn ogen, volgens mijoeil électrique • foto-elektrische cel〈 informeel〉 mon oeil! • je tante!, ammehoela!n'avoir plus que les yeux pour pleurer • alles verloren hebbencoûter les yeux de la tête • peperduur zijnse rincer l'oeil • zijn ogen uitkijkentaper de l'oeil • slaap hebben, een tukje doentourner de l'oeil • flauwvallenentre quatre yeux • onder vier ogen————————〈m.〉 〈 ambachtelijk〉1 oog ⇒ gat, opening, boring1. m 2. yeuxm pl -
5 opinion
opinion [oppienjõ]〈v.〉1 mening ⇒ opinie, gevoelen, oordeel♦voorbeelden:avoir le courage de ses opinions • voor zijn mening durven uitkomenliberté d'opinion • vrijheid van meningsuitingavoir bonne opinion de • een goede dunk hebben vanavoir bonne opinion de soi • zelfingenomen zijnavoir une piètre opinion de • niet hoog schattenopinions toutes faites • vooroordelenchanger d'opinion comme de chemise • voortdurend van mening veranderense faire une opinion • zich een mening vormenà mon opinion • volgens mijalerter l'opinion • de publieke opinie wakker schuddenl'opinion était pour lui • men gaf hem gelijkf1) mening, opinie -
6 à mes yeux
à mes yeuxin mijn ogen, volgens mij -
7 à mon avis
à mon avismijns inziens, volgens mij -
8 à mon opinion
à mon opinion -
9 dire
dire1 [dier]〈m.〉♦voorbeelden:au(x) dire(s) de, selon le(s) dire(s) de • volgens————————dire2 [dier]4 opzeggen ⇒ voordragen, voorlezen♦voorbeelden:que veut dire cette phrase? • wat betekent deze zin?vouloir dire • bedoelenceci dit • na dit te hebben gezegden dire de belles • gekke dingen zeggenson visage me dit qc. • zijn gezicht komt me bekend vooron dit que • het gerucht doet de ronde datc'est moi qui vous le dis • dat verzeker ik uà qui le dites vous? • zeg dat wel!ne rien dire qui vaille • niets goeds voorspellenrien à dire, il n'y a pas à dire • daar valt niets tegen in te brengenc'est tout dire • daarmee is alles gezegdpour tout dire • in één woordtu l'as dit! • gelijk heb je!pour ainsi dire, autant dire • als het wareaussitôt dit que fait, aussitôt dit, aussitôt fait • zo gezegd zo gedaanvous avez beau dire • al je argumenten ten spijtc'est beaucoup dire • dat is overdrevenil ne croit pas si bien dire • hij weet niet hoe waar het isje vous l'avais bien dit • ik had je gewaarschuwdc'est bientôt, vite dit • dat is gemakkelijk gezegddites donc • zeg(cela) soit dit en passant • dit terzijdecela en dit long • dat zegt genoegpour mieux dire • beter nogdire pis que pendre de qn. • erg kwaad spreken over iemandproprement dit • eigenlijkvous m'en direz tant! • zit dat zó!, u kunt me nog meer vertellen!à vrai dire • eigenlijksoit dit entre nous • onder ons gezegdsans mot dire • in stiltecela va sans dire • dat spreekt vanzelfil ne sera pas dit que • ik zal niet dulden datc'est dire si • je ziet hoe(zeer)qui l'eût dit? • wie had dat gedacht?et dire que • en dan te bedenken daton dirait que • het lijkt wel of4 dire la messe • de mis zeggen, lezen1 bij, tot zichzelf zeggen, denken♦voorbeelden:1. mbewering, oordeel2. v1) zeggen2) bevelen3) besluiten4) denken, menen5) voordragen6) weergeven3. se direv1) bij/tot zichzelf zeggen3) zich noemen
См. также в других словарях:
Franz Kafka — « Kafka » redirige ici. Pour les autres significations, voir Kafka (homonymie). Franz Kafka … Wikipédia en Français
Kafka — Franz Kafka Pour les articles homonymes, voir Kafka (homonymie). Franz Kafka … Wikipédia en Français
Kafkaïen — Franz Kafka Pour les articles homonymes, voir Kafka (homonymie). Franz Kafka … Wikipédia en Français